Verlaat (Acquittal)

Wij verlaten ons. Wij geven ons niet terug, kom nou.
Er staat nog wat hondenmelk in de ijskast, vergeet
dat niet, we zijn zo zonde en hangen ons op aan de
donkergroene dag.

Als er niets over is, dan spijt dat ons niet meer.
O, kijk ook nog even in de dekenkist, daar lag een keer
een hert. Als het leeft, blieft het géén hondenmelk, alleen
wij weten hoe gezond dat is, wat weet een hert daarvan.
Zeg het dat wij niet meer kunnen weten wat het lust om
te leven, dan kunnen wij er niets aan doen.

Sommigen zullen denken dat wij in de zuilen van de bomen
verblijven, wie zo iets denkt heeft te veel verhaaltjes gelezen.
Dat is niet meer van onze tijd.
En ja, wij komen terug zonder ons.
Dag hemel in cipressenrouw. Dag hemelende cipres.

 

(Wie wij schuilen, 2010)

_______________________________________________________

Acquittal

We acquit ourselves. We don’t return ourselves, get real.
There is still dog’s milk in the fridge, don’t forget
about it, we are such sin, suspending ourselves from
the dark-green day.

If there is nothing left, then we no longer regret that.
Wait, do also have a look in the blanket chest, it once contained
a deer. If it’s alive, it won’t like dog’s milk, only we know
how healthy that is, what would a deer know of this.
Just say we don’t know what it likes to
survive, then we can’t do anything about it.

Some will think that we live in the columns
of the trees, those who think so read too many yarns.
That is out of date.
And yes, we will return without ourselves.
Goodbye, you sky in cypress mourning. Goodbye you heavenly cypress.

(Vertaling Willem van Groenewegen)

______________________________________________________